COVID | Inzet van niet BIG-geregistreerde verpleegkundigen en artsen

De extra inzet van zorgpersoneel is hard nodig om zorg te verlenen tijdens de coronacrisis. Om de kwaliteit en de continuïteit van de zorg te waarborgen heeft de minister van VWS besloten dat bij uitzondering verpleegkundigen en artsen van wie de registratie in het BIG-register na 1 januari 2018 is verlopen weer aan de slag mogen zonder dat zij zich opnieuw in het BIG-register moeten inschrijven.

Uitzonderlijk omdat de regels in Nederland streng zijn: op grond van de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) dienen artsen en verpleegkundigen geregistreerd te zijn in het register om bepaalde handelingen zelfstandig te mogen verrichten alsmede dienen zij altijd voldoende bekwaam te zijn.

Op wie is dit van toepassing?
De maatregelen zien op artsen- en/of verpleegkundigen niet-praktiserend die beschikken over voldoende kennis en vaardigheden en waarvan de BIG-registratie na 1 januari 2018 is verlopen.

Hierop bestaat uitzondering voor personen die niet meer zijn ingeschreven in het BIG-register omdat hun registratie ooit door de (tucht)rechter is doorgehaald. Deze personen mogen niet worden ingezet.

Voor zorgverleners waarvan de BIG-registratie is verlopen vóór 1 januari 2018 bestaan er wel mogelijkheden om te werken in opdracht en onder supervisie.

Looptijd maatregelen
Deze maatregelen zijn met onmiddellijke ingang van kracht en hebben een voorlopig karakter, zoals aangegeven door ministerie van VWS: “Zodra de situatie het toelaat, zal de zorgverlening weer worden overgedragen aan de gekwalificeerde BIG-geregistreerde zorgverleners.”

De voorwaarden
De voorwaarden verbonden aan de maatregelen van de minister zijn vastgelegd in het document “voorwaarden voor inzet artsen- en verpleegkundigen niet-praktiserend” van het ministerie van VWS.

In algemene zin gelden de volgende voorwaarden:

  • Alleen als het noodzakelijk is: dus als het door de noodsituatie niet mogelijk is voldoende BIG-geregistreerde verpleegkundigen dan wel artsen in te zetten.
  • Het heeft nadrukkelijk de voorkeur dat personen met de meest recente praktijkervaring als eerste worden ingezet.
  • Niet-praktiserende verpleegkundigen en artsen moeten hun bekwaamheid zoveel mogelijk zelf aantonen en worden zoveel mogelijk ingezet in de niet-complexe zorg en in de zorg die aansluit bij hun meest recente werkervaring. In overleg met de werkgever wordt gekeken of een korte aanvullende training noodzakelijk is.

Ten aanzien van voorbehouden handelingen zijn tevens (specifieke) voorwaarden gesteld, waaronder dat duidelijke afspraken gemaakt moeten worden tussen BIG-geregistreerden en de niet-praktiserende zorgverleners.

Uitstel herregistratie
De herregistratieverplichting voor alle artikel 3 Wet BIG-beroepsbeoefenaren is tot nader order uitgesteld. Dit betekent dat BIG-zorgverleners zich op dit moment niet hoeven te herregistreren.

In de praktijk
Wanneer je als zorgaanbieder beslist dat niet BIG-geregistreerde artsen of verpleegkundigen moeten worden ingezet, is het van belang dat de bestuurder van de zorgaanbieder op de hoogte is over de inzet van deze artsen en/of verpleegkundigen en hoe deze inzet plaatsvindt. Dit zeker ook gezien de verantwoordelijkheden op grond van Wkkgz voor het leveren van goede zorg.