Vaststellingsovereenkomst

Een vaststellingsovereenkomst is een bindende overeenkomst tussen twee of meer partijen, vaak om een geschil op te lossen of een geschil te voorkomen.  Een vaststellingsovereenkomst is algemeen bekend binnen het arbeidsrechtelijke aspect maar kan ook in andere situaties dan bij het eindigen van een arbeidsverhouding, een rol spelen. 

Een arbeidsrechtelijke vaststellingsovereenkomst is een veelvoorkomende type vaststellingsovereenkomst. Dit betreft een overeenkomst aangaande ontslag met wederzijds goedvinden. Hierin worden de schriftelijke afspraken tussen werkgever en werknemer vastgelegd met betrekking tot dit ontslag, waarbij specifieke arbeidsrechtelijke wetsbepalingen van toepassing zijn.

Op deze pagina gaan we dieper in op de aspecten van de vaststellingsovereenkomst in het algemeen en de toepassingsmogelijkheden ervan.

WAT IS EEN VASTSTELLINGSOVEREENKOMST?

Bij een vaststellingsovereenkomst (artikel 7:900 BW) binden partijen zich ten opzichte van elkaar, ter beëindiging of ter voorkoming van onzekerheid of geschil over hetgeen wettelijk tussen hen geldt, aan een vaststelling daarvan. Deze afspraak geldt ook als deze afwijkt van de tevoren bestaande juridische situatie. De vaststelling kan tot stand komen op grond van een beslissing van partijen gezamenlijk of op grond van een aan één van hen of aan een derde opgedragen beslissing. Bij een aan een derde opgedragen beslissing kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de regeling betreffende een bindend advies.

Uitleg van de vaststellingsovereenkomst dient te geschieden aan de hand van de Haviltex-maatstaf. Deze houdt in dat, ook als bij de uitleg van een overeenkomst de taalkundige betekenis van de gekozen bewoordingen van belang is , de overige omstandigheden van het geval ertoe kunnen leiden dat een andere betekenis aan de bepalingen moet worden toegekend. Het komt steeds aan op de betekenis die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen en elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en op hetgeen zij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Dit is van belang in situaties waarin de partijbedoelingen niet enkel uit de overeenkomst blijken.

HOE VERHOUDT DE VASTSTELLINGSOVEREENKOMST ZICH TOT DWALING?

In de wettelijke bepalingen over de vaststellingsovereenkomst is geen aparte dwalingsregeling opgenomen. In de wet (artikel 6:228 BW) is bepaald dat een overeenkomst die tot stand is gekomen onder invloed van dwaling en bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten, vernietigbaar is in specifiek benoemde gevallen.

In geval van een vaststellingsovereenkomst dient de rechter het hiervoor genoemde dwalingsartikel met terughoudendheid toe te passen: partijen kunnen in principe geen beroep doen op dwaling ter zake van datgene waarover juist een geschil of onzekerheid bestond. Echter, indien sprake is van een misvatting ten aanzien van hetgeen partijen als zeker en onbetwist aan hun overeenkomst ten grondslag hebben gelegd, dan is een beroep op dwaling mogelijk wel gerechtvaardigd.

HOE VERHOUDT DE VASTSTELLINGSOVEREENKOMST ZICH TOT DWINGEND RECHT?

In artikel 7:902 BW van de wet is bepaald dat een vaststelling ter beëindiging van onzekerheid of geschil op vermogensrechtelijk gebied ook geldig is als deze in strijd blijkt te zijn met dwingend recht. Dit geldt echter alleen als de vaststelling niet ook naar inhoud of strekking in strijd komt met de goede zeden of de openbare orde. Een vaststelling/beslissing die naar inhoud of strekking in strijd komt met de openbare orde of goede zeden is nietig.

Het is voor partijen van belang om bij onzekerheid of geschillen een oplossing te vinden door middel van onderling overleg, buiten de rechter om. Dit geldt ook wanneer hun problemen sterk samenhangen met dwingend recht. In veel gevallen kan er immers ook  over de toepassing van dwingend recht in redelijkheid verschil van mening zijn, waarbij de rechter niet altijd moet hoeven corrigeren. Het betreffende wetsartikel heeft enkel betrekking op de vaststelling of beslissing en niet ook op de vraag of de vaststellingsovereenkomst waarop deze gebaseerd is, in strijd is met dwingend recht of  openbare orde en goede zeden.

De hiervoor benoemde grotere vrijheid ten aanzien van dwingend recht kent echter ook beperkingen. Deze vrijheid bestaat uitsluitend bij een vaststelling/beslissing ter beëindiging van onzekerheid of geschil en niet ter voorkoming daarvan. Bovendien zijn degenen die een vaststelling/beslissing opstellen, in beginsel wel aan dwingend recht gebonden. Het al dan niet bewust buiten toepassing laten of onjuist toepassen van een regel van dwingend recht brengt de vaststelling steeds in strijd met de openbare orde of goede zeden. Toegestaan is enkel afwijking van dwingend recht over de uitleg of toepassing waarvan, na het ontstaan van onzekerheid of geschil, in redelijkheid verschil van mening kan bestaan, welke uitleg of toepassing pas achteraf onjuist blijkt.

KUN JE DE BESLISSING DIE TEN GRONDSLAG LIGT AAN EEN VASTSTELLING VERNIETIGEN?

Verder is in de wet (artikel 7:904 BW) bepaald dat,, indien gebondenheid aan een beslissing van een partij of van een derde in verband met de inhoud of wijze van totstandkoming daarvan in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, die beslissing vernietigbaar is. Als de beslissing van een partij of een derde vernietigd wordt, nietig blijkt te zijn of niet binnen een aan die partij of derde daartoe te stellen redelijke termijn wordt verkregen, kan de rechter een beslissing geven, tenzij uit de overeenkomst of de aard van de beslissing voortvloeit dat de beslissing op andere wijze moet worden vervangen.

Het uitgangspunt is echter gebondenheid; strijd met de redelijkheid en billijkheid vormt een uitzondering.

HOE KUN JE EEN VASTSTELLINGSOVEREENKOMST (GEDEELTELIJK) ONTBINDEN?

In artikel 7:905 BW van de wet is ook bepaald dat als een ontbinding van een vaststellingsovereenkomst vanwege een tekortkoming in de nakoming ervan een al tot stand gekomen, aan een partij of een derde opgedragen beslissing zou treffen, deze ontbinding niet kan plaatsvinden door een eenzijdige verklaring. De rechter kan deze ontbinding afwijzen op de grond dat degene die de ontbinding vordert voldoende middelen heeft om van de andere partij opheffing van of vergoeding voor de tekortkoming te verkrijgen. In dit geval moet de rechter dus worden ingeschakeld, waarbij deze in verband met de ratio van de bepaling terughoudend dient te zijn met ontbinding.

BELANGRIJKE AANDACHTSPUNTEN BIJ HET OPSTELLEN VAN EEN VASTSTELLINGSOVEREENKOMST

Bij het sluiten van een vaststellingsovereenkomst is het van belang dat partijen er over en weer op kunnen vertrouwen dat zij (achteraf) niet alsnog verzeild raken in discussies en/of geconfronteerd worden met onduidelijkheden. Een zorgvuldige formulering van de bepalingen en regeling van alle pijnpunten is dus van belang.

Daarbij kan onder meer gedacht worden aan de volgende aandachtspunten:

  • Benoeming in de vaststellingsovereenkomst van een package deal (dan is ‘cherry picking’ door de wederpartij niet mogelijk);
  • Uitsluiting van ontbinding en vernietiging;
  • Het door partijen over en weer finale kwijting verlenen nadat alle verplichtingen uit de vaststellingsovereenkomst zijn nagekomen;
  • Het niet eerder doorhalen van een lopende procedure dan nadat de wederpartij aan diens verplichtingen uit de vaststellingsovereenkomst heeft voldaan.

ONZE ADVOCAAT KAN JE HELPEN BIJ:

Als je een vaststellingsovereenkomst wil laten opstellen of beoordelen, staan onze advocaten voor je klaar om je te adviseren. Onze advocaten kunnen je begeleiden bij het begrijpen van de complexe juridische aspecten en ervoor zorgen dat je belangen goed worden behartigd. Of het nu gaat om het opstellen van een nieuwe overeenkomst of het controleren van een bestaande overeenkomst, onze advocaten zullen ervoor zorgen dat je goed geïnformeerd bent. Neem gerust contact met ons op voor juridisch advies en ondersteuning bij alle aspecten van vaststellingsovereenkomsten.