Opzeggen is niet ingewikkeld. Maar tegen welke dag?

Een arbeidsovereenkomst moet volgens de Wet worden opgezegd “tegen het einde van de maand” (tenzij in de arbeidsovereenkomst of CAO anders is bepaald). Meestal gebruiken we daarvoor de formulering dat wordt opgezegd “per 1 juli 2019”. Maar zo vanzelfsprekend is dat niet, blijkt uit een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 29 april 2019. De uitspraak is te vinden via deze link.

In die kwestie had de werkgever opgezegd per 1 maart 2018, met (blijkt achteraf) de bedoeling dat de laatste dag van de arbeidsovereenkomst zou zijn 28 februari 2018. De werknemer die meent nog een aanspraak te hebben uit hoofde van de CAO dient een verzoekschrift in op 29 mei 2018.

De werkgever stelde dat de arbeidsovereenkomst per 28 februari 2018 was geëindigd en dat werknemer daarom te laat was, omdat zijn verzoek binnen 3 maanden na het einde van de arbeidsovereenkomst moet zijn ingediend. De Kantonrechter was het daar mee eens en verklaarde de werknemer niet-ontvankelijk.

In hoger beroep beslist het Gerechtshof anders. Omdat “per 1 maart 2018” volgens het Gerechtshof in normaal spraakgebruik inhoudt dat wordt opgezegd met ingang van 1 maart, had de werknemer redelijkerwijs mogen begrijpen dat 1 maart 2018 de laatste dag van de arbeidsovereenkomst was geweest. Daarmee was de werknemer dus nog op tijd met zijn verzoekschrift en kon het Gerechtshof dat inhoudelijk behandelen.

Dit leert ons dat het belangrijk is om duidelijk te zijn over de datum waartegen wordt opgezegd. Schrijf dat voor de duidelijkheid dus ook op: wij zeggen op tegen 1 juli 2019, waarmee de laatste dag van uw arbeidsovereenkomst dus zal zijn 30 juni 2019. Voorkomen is immers beter dan genezen.

Wilt u hier meer over weten? Bel dan met een van onze arbeidsrechtspecialisten via 085-0703485.