Kerstcadeau van Minister Koolmees?

Kamerbrief over de compensatieregeling transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid van de werknemer.

In een eerder blogbericht van afgelopen november informeerde ik u over de beschikking van de Hoge Raad inzake slapende dienstverbanden en gaf ik u een stappenplan.

Inmiddels zijn we ruim een maand verder en heeft Minister Koolmees van SZW op vrijdag 13 december jl. een Kamerbrief opgesteld met nadere regels over de compensatie transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid.

Reden voor de Kamerbrief zijn de vele vragen uit het veld.

Wat is er nieuw en welke voor- of nadelen levert dit voor u als werkgever op?

Maximering compensatie transitievergoeding

De compensatie transitievergoeding is onder meer begrensd tot maximaal het bedrag dat tijdens de twee jaar ziekte door werkgever is doorbetaald.

De Minister heeft nu besloten om dat maximum nog niet in te voeren. Dit betekent dat bij een vervroegde IVA, een ZW-vangnetregeling of loonsubsidie (waarbij werkgever het loon slechts beperkt heeft doorbetaald), het UWV daar geen rekening mee zal houden voor de compensatie. Dit levert dus voor werkgevers, bij wie dit speelt, een voordeel op.

Betekenis Hoge Raad uitspraak voor compensatie

Het UWV zal de transitievergoeding ook compenseren als een beëindigingsovereenkomst op verzoek van de langdurig zieke werknemer tot stand is gekomen, zo stelt de Minister. Het is goed dat werkgevers hier nu zekerheid over hebben.

Overgangsrecht WAB berekeningswijze transitievergoeding

Vanaf 2020 compenseert het UWV de transitievergoeding aan de hand van de berekening zoals de WAB aangeeft. Die komt in geval van (oudere) werknemers met een lang dienstverband lager uit dan de huidige berekening.

Volgens het overgangsrecht geldt de oude berekening nog wel als er nog in 2019 een procedure is gestart tot beëindiging van het dienstverband. En volgens de Minister geldt dit ook in geval er een beëindigingsovereenkomst is gesloten in 2019 met een einddatum in 2020. Dat laatste was nog niet duidelijk en nu wel.

Oproep Minister

De Minister roept werkgevers op om nog vóór 1 januari 2020 slapende dienstverbanden te beëindigen om op die manier voor de hogere compensatie in aanmerking te komen. Dat advies is helder.

Beslistermijn UWV bij oude gevallen

Voor de ‘oude gevallen’ hanteert het UWV voor de aanvraag van compensatie een beslistermijn van 6 maanden. Volgens de Minister is sprake van ‘oude gevallen’ in alle situaties waarin het dienstverband wegens langdurige arbeidsongeschiktheid al vóór 1 april 2020 had kunnen worden beëindigd.

De datum einde wachttijd (het moment waarop de werknemer in aanmerking kwam voor een WIA-uitkering) is dus beslissend voor de doorlooptijd van de compensatie-aanvraag, niet het moment van betaling van de transitievergoeding. Dat is nadelig voor werkgevers die met hun slapende werknemers hebben afgesproken om de transitievergoeding pas (volledig) te voldoen ná 1 april 2020,  in de verwachting dat de aanvraag van de compensatie dan al binnen 6 weken wordt behandeld door het UWV. Die werkgevers moeten nu dus toch 6 maanden wachten.

Hebt u hier vragen over? We helpen graag

Neem dan gerust contact op met mij of met één van mijn gespecialiseerde collega's