Bewegingen in onze platformeconomie, de goede kant op of juist niet?

In de afgelopen jaren hebben we een enorme groei gezien van het aantal digitale platforms, waarop vraag naar en aanbod van arbeid samenkomen. Denk aan Uber, Deliveroo, Temper en Helpling. Maar wist je dat je, bij het gebruik maken van zo’n platform, in veel gevallen onbewust een arbeidsovereenkomst met de ZZP’er sluit?

Ondanks de wens van het platform, en niet zelden ook van diegenen die via dat platform hun diensten aanbieden, om geen arbeidsovereenkomst te sluiten zien we in de rechtspraak van de afgelopen jaren terug dat rechters regelmatig oordelen dat ook bij het werken via zo’n digitaal platform wel degelijk sprake is van een arbeidsovereenkomst. Is dit een gewenste ontwikkeling?

Wanneer is er sprake van een arbeidsovereenkomst?

Of er sprake is van een arbeidsovereenkomst wordt beoordeeld aan de hand van de rechten en verplichtingen die partijen zijn overeengekomen én de manier waarop zij daar in de praktijk invulling aan geven. Als bij deze beoordeling wordt voldaan aan de elementen 1) arbeid, 2) loon 3) gedurende een zekere tijd en 4) gezag dan is er sprake van een arbeidsovereenkomst, ongeacht wat partijen hierover op papier hebben staan.

Sinds het arrest X/Gemeente Amsterdam van vorig jaar november is ook de bedoeling van partijen minder relevant bij de beoordeling. Het opnemen van een bepaling in de te sluiten overeenkomst dat het “niet de bedoeling is een arbeidsovereenkomst te sluiten” is in alle gevallen nog wel verstandig, maar zeker niet doorslaggevend. Als de bedoeling een andere was (namelijk geen arbeidsovereenkomst), maar als desalniettemin in de praktijk wel is voldaan aan de elementen van een arbeidsovereenkomst, dan wordt het bestaan van een arbeidsovereenkomst aangenomen.

Uitspraak Uber platform: zo zit het

Ook in een recente uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 13 september over het Uber platform, waarvoor ook veel aandacht is geweest in de media, zie je dat dezelfde elementen worden beoordeeld. Het door Uber aangevoerde argument dat de taxichauffeurs ondernemersvrijheid hebben en dus niet onder ‘gezag’ van Uber staan wordt door de kantonrechters van de hand gewezen. Volgens de kantonrechters heeft het element ‘gezag’ in de hedendaagse, door technologie beheerste tijd een meer indirect (vaak digitaal) controlerende invulling gekregen. De verhouding tussen werknemers en werkgevers is ‘moderner’ geworden, waarbij werknemers een zelfstandiger rol vervullen dan vroeger.

Ook bij Uber kunnen de chauffeurs zich alleen bij Uber aanmelden door middel van de Uberapp, waarbij de voorwaarden van de app niet onderhandelbaar zijn en eenzijdig door Uber gewijzigd kunnen worden. Het algoritme van de Uberapp bepaalt op welke wijze de ritten worden verdeeld en welke chauffeur een rit (als eerste) krijgt aangeboden. Uber stelt bovendien ook de tarieven vast. Van de Uperapp gaat een disciplinerende werking uit, omdat de chauffeurs een rating krijgen, wat invloed kan hebben op de toegang tot de app en de aangeboden ritten. Een lage gemiddelde rating kan zelfs leiden tot verwijdering van het platform, terwijl een hoge gemiddelde rating (financiële) voordelen oplevert voor de chauffeur. Uber ‘draait bovendien aan de knoppen van de app’ en kan de instellingen wijzigen, welke wijziging van invloed is op de door de chauffeurs te behalen rangen. Volgens de kantonrechters is hier dus ook sprake van een arbeidsovereenkomst omdat aan alle elementen is voldaan. Uber heeft bij mijn weten nog geen gevolgen verbonden aan deze uitspraak, maar dat dit gevolgen kan hebben, is evident.

De meest recente loot aan de boom van uitspraken over dit onderwerp is die over het Helpling platform van 21 september jl. In die uitspraak heeft het Hof Amsterdam geoordeeld dat tussen het platform en de schoonmakers die via dat platform werken sprake is van een uitzendovereenkomst. De algemene voorwaarden van Helpling gelden in de verhouding tussen Helpling, de schoonmakers en de huishoudens waar de schoonmaakwerkzaamheden worden verricht en daarin zijn de wederzijdse rechten en plichten opgenomen. En hoewel er bepaalde omstandigheden zijn die wijzen op een contractuele relatie tussen de schoonmaker en het huishouden, zijn er, aldus het Hof Amsterdam, meer en zwaardere omstandigheden die wijzen op een contractuele relatie tussen Helpling en de schoonmaker. Omdat de schoonmaker structureel tewerk wordt gesteld bij huishoudens en Helpling over de door de schoonmaker te verrichten werkzaamheden geen zeggenschap uitoefent, maar dat overlaat aan de huishoudens, kwalificeert de overeenkomst niet als een gewone arbeidsovereenkomst, maar als een uitzendovereenkomst. Het element ‘gezag’ ligt bij zo’n uitzendovereenkomst bij de inlenende partij, in dit geval dus het huishouden.

Beschermingsgedachte

Bovenstaande uitspraken bevestigen de beschermingsgedachte van het Nederlandse arbeidsrecht. De werknemer zit in een ondergeschikte rol en moet beschermd worden tegen constructies die het werkgevers mogelijk maken om mensen voor hen te laten werken, terwijl zij die mensen geen arbeidsovereenkomst aan hoeven (c.q. willen) bieden. Ik heb daar begrip voor als het gaat om mensen die écht in een ondergeschikte rol zitten en geen keuzevrijheid hebben. Maar hoe zit het met mensen die welbewust een keuze maken voor een positie als zelfstandige, bijvoorbeeld omdat zij hun eigen tijd in willen delen en daar ook nog eens een prima uurtarief voor betaald krijgen?

Is Nederland te betuttelend bezig?

Wat mij betreft gaat voor die mensen de beschermingsgedachte te ver en is Nederland te betuttelend bezig. Het zou goed zijn als voor die groep een oplossing gevonden wordt die niet alleen recht doet aan de onderlinge verhoudingen, maar ook aan de nieuwe werkelijkheid die digitalisering en de wens van nieuwe generaties om hun werk op een andere manier in te kunnen delen met zich meebrengt. Ik begrijp dat ons sociaal zekerheidsstelsel is gebaseerd op de klassieke verhouding werkgever-werknemer en dat het wijzigen van ons systeem niet eenvoudig is en politiek gevoelig ligt, maar de wetgever zal hier in mijn ogen wel wat mee moeten. De wereld draait door en soms moeten daarin stappen gezet worden in de juiste richting, welke richting dat dan ook mag zijn.

Heb jij vragen over platformarbeid en de richting die je daarbij op wilt gaan? Neem dan contact op met één van onze arbeidsrecht specialisten.