Geen verhuiskostenvergoeding voor huurders in ingerichte logeerwoning tijdens renovatie

Heeft een huurder van een woonruimte die tijdens renovatie tijdelijk verblijft in een door de verhuurder ter beschikking gestelde (en volledig ingerichte) logeerwoning, recht op de wettelijke verhuiskostenvergoeding? De Hoge Raad zegt nee!

Op 1 april jl. heeft de Hoge Raad in een prejudiciële beslissing antwoorden gegeven op vragen van het Hof Arnhem-Leeuwarden. De belangrijkste vraag was of een huurder van woonruimte die tijdens renovatie tijdelijk verblijft in een door de verhuurder ter beschikking gestelde en volledig ingerichte logeerwoning, recht heeft op de wettelijke verhuiskostenvergoeding (in 2022 is het minimum 6.505,-).

Huurder heeft (in beginsel) geen recht op de wettelijke verhuiskostenvergoeding

De Hoge Raad antwoordde dat die huurder daar in beginsel geen recht op heeft. De overweging achter die uitspraak is dat door het aanbod van de verhuurder verhuiskosten worden voorkomen. Doordat de huurder tijdens renovatie in een door de verhuurder ter beschikking gestelde, volledig ingerichte en gestoffeerde wisselwoning, kan verblijven biedt de verhuurder de huurder de gelegenheid om dergelijke kosten te voorkomen.

In de hierboven omschreven situatie kan de huurder geen aanspraak maken op de verhuiskostenvergoeding. De wettelijke verhuiskostenregeling stelt de huurder schadeloos voor de kosten die hij vanwege verhuizing moet maken doordat hij tijdens de renovatie niet in het gehuurde kan blijven wonen. Door het aanbod van de verhuurder is dus geen sprake van door de huurder te maken verhuiskosten.

Kosten die alsnog gemaakt moeten worden bij een tijdelijke wisselwoning

De Hoge Raad overweegt daarbij wel dat wanneer een tijdelijk verblijf in een (door verhuurder aangeboden gestoffeerde) logeerwoning wel kosten met zich meebrengt, zoals bijvoorbeeld vervoers- en opslagkosten van (een deel van) de inboedel en herinrichtingskosten bij terugkeer in de gerenoveerde woning (denk bijvoorbeeld aan raambekleding bij nieuwe ramen met een andere maatvoering) de huurder in beginsel wel aanspraak kan maken op vergoeding van die kosten.

Goed nieuws voor verhuurders!

Samengevat: een tijdelijk verblijf van huurder in een ingerichte logeerwoning is geen verhuizing en geeft geen recht op de wettelijke verhuiskostenvergoeding, maar eventuele met het tijdelijke verblijf verband houdende kosten kunnen mogelijk wel voor vergoeding in aanmerking komen.

Dit is goed nieuws voor verhuurders en zeker ook voor verhuurders die complexgewijze renovaties willen uitvoeren.

Heb je vragen naar aanleiding van hetgeen je in deze blog hebt gelezen? Onze huurrecht specialisten denken graag met je mee.