De onzekerheid van faillissement voor de werking van wederkerige overeenkomst beperken

In deze bijdrage wordt de zogenaamde “insolventieclausule” behandeld, die de onzekere gevolgen van een faillissement voor een wederkerige overeenkomst zoveel mogelijk probeert te beperken.

Een insolventieclausule is - kort weergegeven - de bepaling in een overeenkomst die in werking treedt als een van de partijen in staat van insolventie (bijvoorbeeld: faillissement) komt en die op voorhand de gevolgen van het intreden van een insolventie regelt. Meestal is het een beding dat het recht op een prestatie doet vervallen enkel en alleen vanwege het in staat van faillissement geraken.

In het faillissement van Megapool had een contractspartij van Megapool (voor datum faillissement) een bepaling in de overeenkomst opgenomen dat de aanspraak van Megapool op de betaling van bepaalde provisies automatisch verviel op het moment dat Megapool in staat van faillissement zou komen te verkeren. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 12 april 2013 geoordeeld dat een dergelijke clausule in beginsel toelaatbaar is, tenzij deze in strijd is met artikel 20 Fw of een beroep op een dergelijk beding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Er kan zich namelijk een situatie voordoen dat de wederpartij die de prestatie daarvoor al wel heeft ontvangen, zijn eigen prestatie niet meer behoeft te verrichten.

Met dergelijke bepalingen kan de onzekerheid van een faillissement op een wederkerige overeenkomst worden beperkt.