Bestuurdersaansprakelijkheid en holdings

Als ondernemer maakt u vaak gebruik van een holding. Deze holding is aandeelhouder van de dochtervennootschappen en vaak ook hun bestuurder. Nu weet u dat bij uitzondering bestuurders aansprakelijk kunnen zijn voor de schulden van de vennootschap die zij besturen. Maar als uw holding om die reden aansprakelijk is, bent u als bestuurder van de holding dat dan ook?

Het antwoord hierop staat in artikel 2:11 van het Burgerlijk Wetboek en luidt: ‘ja’. Als een rechtspersoon als bestuurder aansprakelijk is, zijn alle (directe en indirecte) bestuurders van die rechtspersoon hoofdelijk mede aansprakelijk. Het is dus niet mogelijk om deze aansprakelijkheid te ontwijken door middel van een holding.

Toch blijkt in de praktijk dat niet alle advocaten goed op de hoogte zijn van deze bepaling. In 2015 speelde nog een zaak bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Daarbij had een advocaat geen beroep gedaan op artikel 2:11 van het Burgerlijk Wetboek. Hij wilde op grond van een verkeerd artikel de indirect bestuurder rechtstreeks aansprakelijk stellen. In die zaak was het gerechtshof hem goed gezind en interpreteerde het gerechtshof zijn aansprakelijkheidsstelling als een beroep op het juiste artikel. Maar die zaak had ook heel anders kunnen aflopen.

Advocaten zeggen dan wel eens: ‘Saved by the court!’ Maar dit is natuurlijk niet de bedoeling. Zorg daarom ervoor dat u een advocaat inschakelt die uitstekende vakkennis heeft en goed weet wat hij doet.

Meer weten over bestuurdersaansprakelijkheid? Neem dan contact op met één van onze specialisten van ondernemingsrecht.