Werkgever straks sneller als “kleine werkgever” bestempeld

Jaarlijks worden altijd de gedifferentieerde premies voor het volgend jaar gepubliceerd. Zo ook dit jaar, maar voor 2022 is er wel sprake van een wijziging die voor werkgevers van groot belang kan zijn. In deze blog schets ik de achtergrond daarvan en welke gevolgen deze wijziging heeft.

Door een besluit van de overheid wordt de loonsomgrens tussen kleine en middelgrote werkgevers namelijk sterk verhoogd. Dat betekent dat straks veel meer werkgevers onder de categorie “kleine werkgever” zullen vallen.

Gedifferentieerde premies WGA en ZW 2022

De gedifferentieerde premies WGA en ZW (ziektewet) 2022 zijn inmiddels bekend.

Loonsomgrens kleine werkgevers omhoog

Met ingang van 1 januari 2022 wordt de loonsomgrens tussen kleine en middelgrote werkgevers sterk verhoogd, van ca. 10x het gemiddeld loon per werknemer naar 25x het gemiddeld loon. De grens van kleine werkgevers verschuift daarmee van € 346.000,00 naar € 882.500,00 (cijfers 2022).

Achtergrond van deze wijziging

Deze wijziging in de loonsomgrens is het gevolg van de invoering van een gedifferentieerde premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof). Ter toelichting: uit het Aof worden de uitgaven gedaan voor de IVA, WGA (na 10 jaar) en WAO. Werkgevers betaalden hiervoor allemaal eenzelfde premiepercentage (in 2021 was dat 7,03%). Vanaf 2022 komt er een premiedifferentiatie. Kleine werkgevers (tot een totale loonsom van € 882.500,00) betalen dan een lagere Aof premie dan grote werkgevers (met een totale loonsom vanaf € 882.500,00).

Daarnaast is er de Werkhervattingskas (Whk) waaruit de uitkeringen worden gedaan in het kader van WGA, WGA-flex en ZW-flex. Bij de premieheffing voor de Whk is al langer sprake van een verschil in premies, maar daar was een kleine werkgever tot nu toe een werkgever met een loonsom tot € 346.000,00 (in 2021). De overheid wil het begrip “kleine werkgever” voor het Aof en Whk gelijk trekken en dus zal voor de Whk ook gelden dat werkgevers met een loonsom onder de € 882.500,00 tot de “kleine werkgevers” zullen behoren.

Anders dan bij het Aof blijven er voor de Whk wel 3 categorieën werkgevers, dus klein-middelgroot-groot. Middelgrote werkgevers zijn werkgevers met een loonsom van € 882.500,00 tot € 3.530.000,00 en grote werkgevers zijn werkgevers met een loonsom vanaf € 3.530.000,00.

Belang van de indeling

Bij instroom in ZW of WIA (WGA) van werknemers is de indeling in klein-middelgroot-groot van belang, als werkgever tot het publieke bestel behoort en dus geen eigenrisicodrager (ERD) is voor ZW-flex of WGA.

  • Kleine werkgevers betalen alleen een sectorale premie voor de Whk (per sector is dat verschillend).
  • Middelgrote werkgevers betalen een gewogen gemiddelde van de sectorale en individuele premie (binnen de bandbreedte van een minimale en maximale premie). De individuele premie hangt af van de instroom van werknemers in ZW of WGA.
  • Grote werkgevers betalen een gedifferentieerde premie binnen de bandbreedte van een minimale en maximale premie. De premie is dus geheel gebaseerd op de aan werkgever toegerekende schadelast in het kader van instroom van werknemers in ZW of WGA.

Werkgevers die ERD zijn, betalen geen gedifferentieerde premie, maar dragen de uitkeringslast zelf.

Tip!

Door deze wijziging in de loongrens zullen meer werkgevers tot de categorie kleine werkgevers gaan behoren, waarbij de premie voor de Whk beperkt blijft tot een sectorale premie. De instroom van werknemers in de ZW of WIA leidt dan niet tot een hogere premielast.

Deze wijziging in premielast kan voor de werkgever reden zijn om zijn keuze te heroverwegen voor het meedoen aan het publieke bestel of het zijn van ERD. Onze tip: laat dit op voorhand goed doorrekenen.

Vragen hierover? Neem dan contact op met onze specialisten arbeidsrecht.